foto (bron: KNAW ( fotograaf onbekend); boekstempel; ex libris; borstbeeld gemaakt door Ek van Zanen
Godefridus Johannes Hoogewerff (1884-1963)
Godefridus Johannes (Godfried) Hoogewerff werd geboren op 20 juni 1884 te Amersfoort. Hoogewerff als zoon van een neerlandicus en directeur van een H.B.S. Hoogewerff bezocht het gymnasium te Amersfoort en studeerde daarna van 1903 tot 1908 Nederlandse letteren en geschiedenis aan de Rijksuniversiteit van Utrecht. Hij studeerde in 1908 af bij Prof. dr. G.W. Kernkamp op een scriptie over het leven aan boord van de Oostindiëvaarders in de 17e eeuw. Hoogewerff promoveerde in 1912.
Al in 1909 werd hij assistent van de toenmalige directeur van het Nederlandse Huis te Rome, mgr. dr. Gisbert Brom. Later werd Hoogewerff er secretaris en in 1924 volgde zijn benoeming tot directeur. In 1950 werd hij benoemd tot professor in Utrecht,waar hij de leeropdracht kreeg de geschiedenis van de vroegchristelijke kunst en iconografie te doceren. Hoogewerff heeft zich vooral naam verworven door zijn wetenschappelijke publicaties uit zijn lange Romeinse tijd en niet minder door zijn pedagogische leiding van jonge mensen, die in Rome kwamen studeren: kunstenaars, kunsthistorici, geschiedkundigen en classici.
Toen Hoogewerff zich zou terugtrekken in 1954 ging hij in de Italiaanse renaissancestad bij uitstek, Florence, wonen en uit eigen middelen begon hij aan de bouw en uitrusting van een Nederlands Academisch en Kunsthistorisch Instituut. Deze instelling trok spoedig ook de officiële belangstelling in Nederland en zijn initiatief werd overgenomen door de kunsthistorische leerstoelen van alle Nederlandse universiteiten. Thans is het instituut in Florence een werkelijk unieke Nederlandse interuniversitaire instelling, een levende getuigenis van Hoogewerffs werk. Ook door zijn publicaties heeft prof. Hoogewerff zich een naam verworven.
Prof. Hoogewerff overleed op 25 maart 1963 te Florence.
In de hal van het Nederlands Historisch Instituut te Rome werd in 1958 een borstbeeld geplaatst van prof. dr. Hoogewerff, die 26 jaar (1924-1950) directeur van dat instituut was.
Prof. Hoogewerff gaf zijn boeken in bruikleen aan het Nederlands Kunsthistorisch Instituut in Florence. Kennelijk zijn deze (deels?) later overgebracht naar de bubbliotheek van het Kunsthistorisch Instituut in Utrecht.
Onderwerp: | Kunstgeschiedenis van Italië, iconografie |
Jaar uitgave: | 1615-1943 |
Omvang: | minstens 38 titels |
Documentsoort: | gedrukt werk |
Ontsluiting: | ontsloten via Worldcat op provenance Hoogewerff, Godefridus Johannes (1884-1963)
|
Algemene literatuur: | Huldigingsbundel opgedragen aan Prof. Dr. G.J. Hoogewerff bij zijn 75ste verjaardag. Maastricht, Leiter-Nypels, 1961 (Bevat ook Bibliografie van de geschriften van prof. dr. G.J. Hoogewerff). A.H. Luijdjens, “Hoogewerff als directeur van het Nederlands Historisch Instituut. Persoonlijke herinneringen” in: Mededelingen van het Nederlands Historisch Instituut te Rome 31 (1961) 49-56. Huldigingsbundel opgedragen aan Prof. Dr. G.J. Hoogewerff bij zijn 75ste verjaardag. Maastricht, Leiter-Nypels, 1961 (Bevat ook Bibliografie van de geschriften van prof. dr. G.J. Hoogewerff). A. W. Byvanck, “Herdenking van G.J. Hoogewerff 20 juni 1884-25 maart 1963”, in: Jaarboek der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. 1963-1964, 461-466. W.S. Heckscher, “In memoriam Godefridus Ioannes Hoogewerff, 1884-1963 : rede, uitgesproken ter rouwzitting van de Senaat op 2 april 1963″, in: Jaarboek der Rijksuniversiteit te Utrecht, 1963, 18-25. W.S. Heckscher, De betekenis van G.I. Hoogewerff, in: Hollands weekblad 4 (1962-1964) 40-44. Jacques Lavalleye, “Hommage à Godefridus H. Hoogewerff”, in: Bulletin de l’Académie royale de Belgique (Classe des Beaux-Arts), 6 juin 1963. J.J. Poelhekke, “Beknopte levensschets van prof. dr. G. J. Hoogewerff”, in: Mededelingen van het Nederlands Historisch Instituut te Rome 31 (1961) 9-20. J.J. Poelhekke, In memoriam G.J. Hoogewerff, in: Bijdragen voor de geschiedenis der Nederlanden 18 (1963-1964) 23-26. R.R. Post, “In memoriam prof. dr. C,J. Hoogewerff”, in: De Tijd en Maasbode, 25 maart 1963. P.J. van Kessel, “Hoogewerff, Godefridus Johannes (1884-1963)”, in: Biografisch Woordenboek van Nederland 2 (Den Haag 1985). J. Offerhaus, De periode Hoogewerff (1924-1950), in: Mededelingen van het Nederlands Instituut te Rome 49 (1989) 44-59.
Wessel Krul, “Geschiedenis en ikonologie : G.J. Hoogewerff (1884-1963)”, in: Kunstgeschiedenis in Nederland : negen opstellen (onder red. van Peter Hecht, Annemieke Hoogenboom en Chris Stolwijk). Amsterdam, Prometheus, 1998. – P. 105-125.
Collectie Kunsthistorisch Instituut
|
Opmerkingen: | voor brieven van G.I. Hoogewerff aan de Utrechtse Historische Kring gericht aan J.H. Kernkamp, hoogleraar. Zie f 12 A 16. voor een in druk uitgegeven collegedictaat zie: Aard en aanvang van de vroeg-christelijke kunst : uitgewerkt college door G. J. Hoogewerff. Utrecht, Ikonologisch Instituut der Rijksuniversiteit te Utrecht, 1954. |
Groei: | afgesloten |
Overige informatie: | verspreid geplaatst op o.a de signaturen ODA, ODL, iCON |