

portret uit 1825 door Louis Moritz, vermoedelijk naar een getekend portret door P.W. van de Weyer; initialen
Nicolaas Cornelis de Fremery (1770-1844)
Nicolaas Cornelis de Fremery werd geboren op 10 januari 1770 te Overschie. Hij werd in 1785 te Leiden als student ingeschreven, waar hij op 20 maart 1790 bevorderd tot doctor phil. De Fremery promoveerde op 21 september 1793. Het proefschrift, waarop hij in 1793 te Leiden promoveerde, was een verdienstelijke verhandeling over het vrouwelijke bekken, dat door beenverweking misvormd is.De Fremery vestigde zich als geneesheer te Haarlem waar hij in het laboratorium van Teyler’s Stichting met Martinis van Marum samenwerkte. De Fremery werd op 24 september 1795 benoemd tot hoogleraar te Utrecht als opvolger van Steven Jan van Geuns Jr. met een zeer uitgebreide opdracht: scheikunde, farmacie, natuurlijke geschiedenis, medicina forensis en politica en medica.
De Fremery was rector magnificus te Utrecht 1800-1801, 1821-1822 en overleed aldaar op 15 november 1844. Lodewijk Napoleon droeg hem de betrekking op van Médecin de la maison du Roi.
Nicolaas was een zoon van Prof. Petrus Johannes Isaac de Fremery (1797-1855). Hij schonk aan het departement der Maatschappij te Utrecht hij het Pharmacognostisch kabinet van zijn vader.
De Fremery liet een mooie verzameling van voorwerpen uit de natuurlijke geschiedenis en van vergelijkende ontleedkunde na, waarvan de catalogus, met voorredes van Prof. A.A. Sebastian en Dr. M.C. Verloren, onder de titel van: Catalogue des Musées d’histoire naturelle et d’anatomie comparée enz. verscheen te Utrecht bij Kemink en zoon in 1856.
Onderwerp: | scheikunde, farmacie, geneeskunde |
Jaar uitgave: | 1636-1815 |
Omvang: | minstens 21 titels |
Documentsoort: | gedrukt werk; handschrift: 1 brief |
Ontsluiting: | ontsloten via WorldCat op provenance Fremery, Nicolaas Cornelis de |
Algemene literatuur: | Catalogue D’Une Collection Precieuse De Livres Dont La Partie Principale Est Délaissée Par feu Mr. N.C. De Fremery, Docteur en Médecine et Prof. à Utrecht, feu Mr. J. Van Der Vlist, Docteur en Médecine à Utrecht. Et feu Mr. F.C. Baron Van Heeckeren Van Brandsenburg, Essayeur de la Monnaie. Parmi Les quels On Distingue Les Plus Excellents Ouvrages Des Sciences Naturelles, Medicales, Theologiques, Historiques, Etc. $b Dont la vente aura lieu le 23. Novembre … 7. Decembre 1846 … Utrecht, Kemnink, 1846. Catalogus van het anatomisch Museum van Vergelijkende Ontleedkunde der Hoogeschool te Utrecht in 1852. Op last van Curatoren opgemaakt door T.D. Toers Diesbergen Schubart, prosector bij evengemelde Hoogeschool. [Utrecht], [Hoogeschool Utrecht], 1852. Manuscript. (U-MUS A 40.116th). P.W. van Doorn, “Aan den hooggeleerden heer N. C. de Fremery”, in: Utrechtsche studenten-almanak voor het jaar, (1833 142-143. A. Kops, Hulde toegebracht aan de nagedachtenis van den hoogleraar N.C. de Fremery, in het Utrechtsch Geneeskundig Gezelschap, den 10 den December 1844. Utrecht, N. van der Monde, 1844. Hermanni Bouman oratio, et instituta academica, quae septimo decimo seculo fuerunt in patriâ, cum iis, quae nunc ibidem sunt, breviter comparans : et memoriam celebrans Frederici Sigism. Alexander, Nicolai Corn. de Fremery, Joannis Fred. Lud. Schröder : dictae publice die III m. Aprilis a MDCCCXLV, quum Academiae Rheno-Trajectinae regundae munus iterum poneret. Trajecti ad Rhenum , Apud J.G. van Terveen et Filium, 1845. A. Kops, “Hulde toegebraght aan de nagedachtenis van den hoogleraaar N.C. de Fremery,” in: Nederlandsch lancet 7 (1845), p. 495-512. F.S. Alexander, “Nicolaas Cornelis de Fremery …. ter gelegenheid der viering van zijne volbragte vijftigjarige geneeskundige loopbaan”, in: Nederlandsch lancet 6 (1843/44) III-X. W. Vrolik, “Redevoering over Nicolaas Cornelis de Fremery“, in: Vaderlandsche letteroefeningen (1846), dl. 2, p. 1-18. “FREMERY (Nicolaas Cornelis de”, in: Biographisch woordenboek der Nederlanden 6 (1859) 233-236. Jorissen, “FREMERY (Nicolaas Cornelis de”, in: Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek 3 (1914) 420. J.H.F. Kerp, “Nicolaas Cornelis de Fremery (1770-1844) als palaeontoloog“, in: Tijdschrift voor de geschiedenis der geneeskunde, natuurwetenschappen, wiskunde en techniek 4 (1981), no. 3, p. 119-132. |
Opmerkingen: | veel brieven van hem bevinden zich in de Universiteitsbibliotheek van de U.v.A. Een dictaat over zijn farmaceutische en chemische lessen naar aanleiding van de Pharmacopaea Batava, geschreven door O. Prillevitz, 1823, bevindt zich in de Bibliotheek van de Maatschappij van Geneeskunde te Amsterdam. Jan Ackersdijck schreef ca. 1806-1810 een collegedictaat van De Fremery (HS 707 (0.D.14) Een exemplaar van De Fremwey’s Dictaten der chemisch-pharmaceutische bereidingen, delen 3-5 en 7, plus een deel “Vragen over – alsmede over derzelver gassoortig aanhangsel” bevindt zich in de bibliotheek van de University of Kyoto. |
Groei: | afgesloten |
Overige informatie: |