![](https://repertorium.library.uu.nl/wp-content/uploads/sites/650/2022/03/Kogl-196x300.jpg)
![](https://repertorium.library.uu.nl/wp-content/uploads/sites/650/2022/03/Koglhandtekening-278x155.jpeg)
fotograaf F.F. van der Werf (collectie Het Utrechts Archief); handtekening
Fritz Kögl (1897-1959)
Fritz Kögl werd geboren op 19 september 1897 te München. Hij studeerde, na de Luitpold-Oberrealschule in zijn geboortestad te hebben doorlopen, van 1916 tot 1920 scheikunde aan de Technische Hochschule in München. Hier promoveerde hij op 22 oktober 1921 cum laude.
Sinds 1926 verrichtte Kögl zijn onderzoek als privaatdocent en hoofd van het organisch-chemisch laboratorium van de universiteit van Göttingen. In 930 werd Kögl benoemd tot gewoon hoogleraar in de organische en propaedeutische scheikunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Als voorwaarde voor zijn komst naar Utrecht had Kögl bedongen dat voor de organische chemie een nieuw laboratorium zou worden gebouwd. Acht jaar later, in november 1938, kon hij dit openen.
Van 1939 tot 1941 en van 1957 tot 1959 was hij bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Biochemie. Fritz Kögl raakte in opspraak door onjuist wetenschappelijk onderzoek van zijn Duitse medewerkster Hanni Erxleben. Ondanks deze smet heeft Kögl veel betekend voor het biochemisch onderzoek in Nederland. Dankzij zijn inspanningen kreeg Utrecht als eerste Nederlands laboratorium in 1949 de beschikking over een uit de Verenigde Staten geïmporteerde massaspectrometer.
Prof. Kögl overleed te Utrecht op 6 juni 1959.
Een selectie boeken uit zijn nalatenschap werd in 2015 overgedragen aan de Universiteitsbibliotheek Uithof (thans USP genaamd). Ook zijn er door de UB boeken ontdubbeld.
Onderwerp: | scheikunde |
Jaar uitgave: | 1903-1957 |
Omvang: | 89 titels |
Documentsoort: | gedrukt werk: boeken, proefschriften en overdrukken |
Ontsluiting: | gedeeltelijk ontsloten via WorldCat op provenance Kögl, Fritz |
Algemene literatuur: | W.A.J. Borg, “In memoriam Fritz Kögl, 1897-1959″, in: Jaarboek der Rijksuniversiteit te Utrecht 1958-1959, p. 27-32. E. Havinga, Levensbericht F. Kögl, in: Jaarboek 1959-1960, Amsterdam p. 311-316. J.J.M. Kessels, “De sufaculteit der Scheikunde”, in: Tussen ivoren toren 7& Grootbedrijf : de Utrechtse Universiteit 1936-1986 (onder red. van H.W. von der Dunk, W.P. Heere, A.W. Reinink. Maarssen, Gary Schwartz, 1986. – P. 408-410.
Frank van Kolfschooten, Valse vooruitgang. Bedrog in de Nederlandse wetenschap. Amsterdam [etc.], Veen, 1993, p.113-122. H.A.M. Snelders, “Kögl, Fritz (1897-1959)“, in Biografisch Woordenboek van Nederland 4 (Den Haag 1994). |
Opmerkingen: | Verspreide stukken betreffende Kögl bevinden zich in de archieven van de Utrechtse Universiteit, het archief van het ministerie van Onderwijs (afdeling Rijkspersoneel) en het archief van het ministerie van Justitie (Dossier Wetten 1939, nr. 132). |
Groei: | afgesloten |
Overige informatie: | bijeengeplaast op o.a. de signaturen ADO 9438 ... 9458 |