Logo Universiteit Utrecht, link naar homepage

Repertorium

Collectie Oosters


Hs. 16 B 18 Marifetname                                      Hs. 1436 (Koranvertaling van N.W. Schröder)     Hs. Caland 15 (palmblad)

Oosters

De collectie Oosters beslaat alle talen, religies en culturen van het Midden en Verre Oosten. Al vanaf de stichting van de universiteit was er interesse in Oosterse studies, met name door Gisbertus Voetius (1589-1676), en gaf de Duitse rondtrekkende geleerde Christianus Ravius (1613-1677) in 1643 tijdelijk onderwijs in Oosterse talen. Maar het vakgebied begon pas serieus te worden beoefend door Adriaan Reland (1676-1718), die in 1701 hoogleraar Oosterse talen en Hebreeuwse oudheden in Utrecht werd. Hij werd opgevolgd door achtereenvolgens David Mill (hoogleraar 1718-1756), Sebald Rau (1750-1810), Jean Henri Pareau (1815-1830), Jacobus Cornelis Swijghuisen-Groenewoud (1830-1855), Hendrik Christiaan Milliës (1856-1868), Pieter de Jong (1869-1890), Martin Theodoor Houtsma (1890-1917) en Theodoor Willem Juynboll (1917-1936). De laatste drie waren professoren Hebreeuws die Oosterse studies erbij deden.

In 1925 werd het Fonds ten behoeve van de Indologische Studiën opgericht, waar de studie van Oosterse talen en de Islam Nederlanders moesten voorbereiden op een carrière in Nederlands Indië. Met de onafhankelijkheid in Indonesië in 1949 werd het fonds opgeheven. Het zwaartepunt van de vakgroep Oosterse talen en culturen verplaatste zich naar de bestudering van het Sanskriet, met als grote naam Jan Gonda (1905-1991). De vakgroep werd in 1992 opgeheven. De studie van Oosterse talen en culturen werd daarna vooral levend gehouden binnen de opleiding Religiewetenschappen.

In 1934/35 maakte Th.T.H. Ferguson, hoogleraar Chinese- taal en letterkunde, een begin met de inrichting van een Chinese boekerij in de vertrekken van het leeszalengebouw (Drift 31). In 1934/35 maakte Th.T.H. Ferguson, hoogleraar Chinese- taal en letterkunde, een begin met de inrichting van een Chinese boekerij in de vertrekken van het leeszalengebouw (Drift 31). In 1938 kwam Mr. N. van Dorp van Vliet, waarnemend docent Chinese taal- en letterkunde van de Rijskuniversiteit Utrecht, terug van een drie maanden durende studiereis in Peking. Hij bracht behalve wetenschappelijk materiaal een niet onaanzienlijke collectie Chinese boeken mee voor de bibliotheek van het Chinees Studiefonds. Hiermee werd de bibliotheek verrijkt met honderden boeken.

In maart 1958 ontving het Instituut voor Oosterse en Slavische Talen uit handen van de heer Meftah, ambassadeur van Perzië een boekengeschenk namens de Teheraanse universiteit.

Onderwerp:

Oosterse talen en culturen (met name Arabisch, Chinees, Indonesisch, Japans, Maleis, Perzisch, Sanskriet en Turks).

Jaar uitgave: 1234-heden
Omvang: een paar honderd manuscripten, duizenden gedrukte werken
Documentsoort: ruim 90 Oosterse handschriften; collegedictaten, brieven, studies, archiefmateriaal, geannoteerde boeken, gedrukte boeken, kaarten.
Ontsluiting:

Koert van der Horst, Catalogus van de collectie collegedictaten van de Utrechtse universiteitsbibliotheek. Utrecht, 1994.

Jan Schmidt, Catalogue of Turkish manuscripts in the library of Leiden University and other collections in the Netherlands. Leiden, Brill, 2012, p. 273-318.

Mr. N. v. Dorp v. Vliet terug uit China“, in: Utrechtsch Nieuwsblad, 30 sept. 1938.

“Wens van ambassadeur Meftah: Utrecht groeie uit tot belangrijk Perzisch centrum . Mej. prof. dr. Kohlbrugge ontving boekengeschenk”, in: Utrechtsch Nieuwsblad., 5 maart 1958.

Koos Kuiper, The early Dutch sinologists :  a study of their training in Holland and China and their functions in the Netherlands Indies (1854-1900). [S.l.], 2016 (Dissertation Leiden University in order to obtain the degree of Doctor in the year 2016.) 2 vol.

Leiden Oriental connections, 1850-1940 (edited by Willem Otterspeer), Leiden, Brill, 1989.

Wilt Idema, Chinese Studies in the Netherlands :  Past, Present and Future. Leiden, Brill, 2013.

Algemene literatuur:

Alastair Hamilton, ‘Arabists and Cartesians at Utrecht’, in: P. Hoftijzer and T. Verbeek (red.), Leven na Descartes: Zeven opstellen over ideeëngeschiedenis in Nederland in de tweede helft van de zeventiende eeuw. Hilversum, 2005, p. 97–105.

P.A.M. Boele van Hensbroek, De beoefening der oostersche talen in Nederland en zijne overzeesche bezittingen, 1800-1874 : bibliographisch overzicht. Leiden, Brill, 1875.

Wilhelmina Maria Cornelis Juynboll, Zeventiende-eeuwsche beoefenaars van het Arabisch in Nederland. Utrecht, Kemink en Zoon, 1931 (proefschrift Utrecht). (link)

John Landwehr, VOC. A bibliography of publications relating to the Dutch East India Company, 1602-1800. Utrecht, HES Publishers, 1991.

Jan Nat, De studie van de Oostersche talen in Nederland in de 18e en de 19e eeuw. Purmerend, Muusses, 1929 (proefschrift Universiteit van Amsterdam).

‘Een bescheiden onderkomen’ : historisch overzicht van de studie van de Oosterse talen en kulturen aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, door de vakgroep Oosterse Talen en Kulturen aan de Faculteit der Letteren aangeboden ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Instituut voor Oosterse Talen en Kulturen. Utrecht, 1981.

Leiden Oriental connections, 1850-1940 (edited by Willem Otterspeer). Leiden [etc.]. Brill. 1989. – (Studies in the history of Leiden University, 5).

Cees Fasseur, De Indologen. Ambtenaren voor de Oost, 1825-1950. Amsterdam, 1993.

Collectie Bibliotheek van het Hendrik Kraemer Instituut
Collectie Caland
Collectie Fokkema
Collectie Gonda
Collectie Hoffmann
Collectie Houtsma
Collectie Indologische Studiën 

Collectie J.T.P. de Bruijn
Collectie Juynboll
Collectie Kramers
Collectie Pareau
Collectie Rau (Ravius)
Collectie Reland

Collectie Sourindra Mohun Tagore
Collectie Swijghuisen-Groenewoud

Opmerkingen:
Groei: in principe afgesloten
Overige informatie: