Logo Universiteit Utrecht, link naar homepage

Repertorium

Collectie Slavische talen

boekstempels

Binnen de Slavische talen onderscheiden we drie takken: de Oost-Slavische talen (onder andere Russisch, Wit-Russisch en Oekraïens), de West-Slavische talen (onder andere Pools, Tsjechisch en Slowaaks) en de Zuid-Slavische talen (onder andere Sloveens, Servisch en Bulgaars).

In 1950 werd privaatdocent  Turkse en Slavische talen Dr. K.E.O. Kahn aan de Rijksuniversieit Utrecht aangesteld namens het Utrechts Universiteitsfonds tot bijzonder hoogleraar in de Slavische talen en letterkunde.

Het Instituut voor Oosterse en Slavische Talen werd voor 1956 opgericht. Het was gevestigd aan de Nobelstraat 2b. Directeur was de orientalist Dr. Jan Gonda.

Het idee om een leerstoel Slavische studies op te richten in Utrecht kwam van  Gonda in een brief uit 1956 aan de faculteit. In 1960 werd Dr. J. van der Eng benoemd als buitengewoon hoogleraar Russische taal- en letterkunde. In 1964 werd hij opgevolgd door Mr.Dr. Jan Meijer.

Intussen was in mei 1962 het Instituut voor Slavische talen en letterkunde in Utrecht geopend, adres Oudkerkhof 48bis.

De studie van de Slavische talen is in Utrecht uitgegroeid van een bijvak tot het Instituut Jan M. Meijer voor Slavische Taal- en Letterkunde (genoemd naar de voortijdig overleden ordinarius voor Russische Taal- en Letterkunde) dat in het kader van de reorganisatie van de Letterkunde kort na 1986 is verdwenen.

Vroeg in de jaren zestig werd door de Slavische sectie van de Academische Raad aan het Utrechtse Slavisch Instituut het onderzoek en onderwijs van de Oud-Russische Taal- en Letterkunde toegewezen. Dit resulteerde ondermeer in het verzamelen van Oud-Russische handschriften (van de elfde tot zestiende eeuw) en oude drukken. Door medewerking van de Academie van Wetenschappen te Moskou en Sofia kwamen een 250-tal kopieën van Oud-Russische handschriften naar Utrecht. Zij vormen de grootste verzameling op dit gebied in West-Europa. Gelijktijdig werd een bibliotheek opgezet die ondermeer alle publicaties omvat op het gebied van de Slavische- met name Russische paleografie, waarvan ook een bibliografie is uitgegeven.

In 1969 heeft het instituut bovendien de samenstelling van een omvangrijk Nederlands-Russisch woordenboek ter hand genomen dat in 1979 klaar was.

De bibliotheek van het instituut is achtereenvolgens gehuisvest geweest in de Zuilenstraat, ABC-straat, Nieuwe Gracht en Padualaan en in 1987  op de zolder van de Letterenbibliotheek aan de Drift. In 2006 werden de boeken verhuisd van de Letterenbibliotheek  naar de Universiteitsbibliotheek locatie Utrecht Science Park.

Onderwerp:

Slavische taal- en letterkunde

Jaar uitgave: 1736 of eerder-na 1993]
Omvang: minstens 5635 titels
Documentsoort: gedrukt werk: boekn, tijdschriften; microfilms
Ontsluiting:

Inventaris van handschriften en oude drukken in mikrofilm aanwezig in het Slavisch Instituut te Utrecht. [Utrecht], Slavisch Instituut der Rijksuniversiteit, 1969.

voor een klein deel ontsloten via WorldCat op provenance Meijer, Jan Marinus (1923-1980)

Algemene literatuur:

Miscellanea Slavica : to honour the memory of Jan M. Meijer (ed. by B.J. Amsenga … et al.). Amsterdam. Rodopi, 1983.

Definitief plan voor de samenvoeging van de voorzieningen op het gebied van de Slavische taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht en de Rijksuniversiteit Leiden. Opgesteld door het beleidsorgaan Slavisch. Z.pl., 1984.

M. van Rooijen, “De Faculteit der Letteren, in: Tussen ivoren toren & grootbedrijf De Utrechtse Universiteit, 1936-1986 (onder red. van H.W. von der Dunk,W.P. Heere, A.W. Reinink. Maarssen, 1986, p. 451.

Roger Tavernier, Russia and the Low Countries : an international bibliography 1500-2000. Groningen, Barkhuis Publishing, 2006.

Nicoline van der Sijs, “Hoe kleine talen groot werden: observaties van een buitenstaander“, in: Nednr., tijdschrift van Nedwerk, Alumnivereniging van Utrechtse
Neerlandici 19 (2014)2, p. 4-7.

Poesjkin en Tsjechov maakten plaats voor blote borsten en een kookeiland (blog van Egbert Hartman), 29-9-2020.

 

Opmerkingen:

Het Nederlands Letterkundig Museum bezit:

Brieven van Rijksuniversiteit Utrecht. Instituut voor Slavische talen en Stichting Beheer Croiset van der Kop-Fonds geschreven door Johannes van der Eng (1925-2001), Jan Marinus Meijer (1923-1980), Antonius Henricus van den Baar (1923-2009), Sijmen Tol, Reinout van der Heyden en Nicoline van der Sijs aan Karel van het Reve (1921-1999).

Groei: afgesloten
Overige informatie: