prent van P. Blommers naar een tekening van A.J. Ehnle uit ca. 1854, uitgegeven door J.J. van Brederode; portret door Photogravure & Imp. Goupil & Cie. (collectie Iconografisch Bureau); portret uit 1883 door J.H. Neuman (collectie Universiteit Utrecht); spotprent op de benoeming van Oosterzee in Utrecht door J.M. Schmidt Crans, 1863 (collectie Rijksmuseum)
Johannes Jacobus van Oosterzee (1817-1882)
Johannes Jacobus van Oosterzee werd op 1 april 1817 geboren in Rotterdam. Hij studeerde tussen 1834 en 1840 theologie in Utrecht en promoveerde in 1840 op het proefschrift Disputatio theologica de Jesu, e virgine Maria nato. Van Oosterzee was achtereenvolgens predikant te Eemnes-Binnen (1841-1843), Alkmaar (1843-1844) en Rotterdam (1844-1862) en werd in 1862 benoemd tot hoogleraar in de godgeleerdheid aan de Universiteit Utrecht. Als predikant trok Van Oosterzee overvolle kerken. Verder geniet hij bekendheid als redacteur van de Jaarboeken voor wetenschappelijke theologie (1845-1858). In 1871 wasVan Oosterzee directeur van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap. Van Oosterzee overleed op 3 augustus 1882 in Wiesbaden.
Van 1866-1878 schonk Van Oosterzee enkele boeken aan de Universiteitsbibliotheek Utrecht. In 1933 schonken de dames Van Oosterzee te Doorn, kleindochters van prof. J.J. van Oosterzee, de schriftelijke nalatenschap van hun grootvader aan de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Er zijn latere aanvullingen (minstens tot en met 1948) van familieleden.
Onderwerp: | theologie, dogmatiek, Nederlands protestantisme |
Jaar uitgave: | 1827-1948 (handschriften); 1746-? (gedrukt werk) |
Omvang: | ca. 2 meter (7 archiefdozen), en ca. 2 meter handschriften en gedrukte werken |
Documentsoort: | handschrift: brieven, gedichten, lezingen, toespraken, verhandelingen, collegedictaten, 1 partituur, etc.; gedrukt werk: publicaties van Van Oosterzee zelf en 6 andere boeken |
Ontsluiting: | INVENTARIS Collectie Van Oosterzee collegedictaten: Koert van der Horst, Catalogus van de collectie collegedictaten van de Utrechtse Universiteitsbibliotheek. Utrecht, Universiteitsbibliotheek, 1994, 100-103. handschriften: M. van Rhijn, Gemeenschap en vereenzaming, een studie over J.J. van Oosterzee, Amsterdam, 1940. – P. 3-9. Aanvulling: NedAK 37 (1949) 34 e.v. Van Oosterzee heeft zijn colleges samengevat in drie handboeken. |
Algemene literatuur: | Catalogus der godgeleerde en letterkundige bibliotheek nagelaten door dr. J. J. van Oosterzee, hoogleeraar aan de Rijks-Universiteit te Utrecht, welke publiek zal worden verkocht. Utrecht, J.L. Beijers, 1882. Bij het graf van Dr. J. J. van Oosterzee, hoogleeraar te Utrecht, geboren 1 April 1817 te Rotterdam, overleden 29 Juli 1882 te Wiesbaden, begraven 3 Augustus 1882 te Utrecht. Utrecht, Bijleveld, 1882. (Toespraken van: J.J.L. ten Kate, J.I. Doedes, Theesingen, G.J. van Hemert, Wolf, de Koe, Koningsberger. – Gedichten van: Muller, Massis, J.P. Hasebroek). J.J. van Oosterzee, Uit mijn levensboek : voor mijne vrienden. Utrecht, Kemink & Zoon, 1883. J.I. Doedes, “Woord ter nagedachtenis van J.J. van Oosterzee”, in: Utrechts Studenten-Almanak (1883). W. Francken, “Levensschets van Dr. Johannes Jacobus van Oosterzee (1 April 1817-29 Juli 1882)“, in: Levensberichten van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, 1882-1883, p. 43-102. J.J. van Oosterzee, Uit mijn levensboek : voor mijne vrienden. Utrecht, 1883. A.W. Bronsveld, Dr. J. J. van Oosterzee, Haarlem, H.D. Tjeenk Willink, 1883. (Mannen van beteekenis in onze dagen ; dl. 14, afl. 1 . A.W. Bronsveld, “Dr. J.J. van Oosterzee”, in: Een theologisch klaverblad. Rotterdam, 1897, 23-79. M. van Rhijn, Van Oosterzee en zijn buitenlandsche relaties. Z.pl., [1939?]. (Overdruk uit: Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis, dl. 31, afl. 4. M. van Rhijn, Gemeenschap en vereenzaming : een studie over J.J. van Oosterzee, Amsterdam, Paris, 1940. (Met bibliografie van de werken over Van Oosterzee). Theunis Frederik Jacobus Dreyer, J.J. van Oosterzee als homileet (1817-1882). Utrecht, 1974 (dissertatie Utrecht). R.H. Bremmer, “Oosterzee, Johannes Jacobus van“, in: Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme 1 (1978) 351-356. Anthonius van Brummelen, Het praktisch-theologisch onderwijs van J.J. van Oosterzee. Huizen, 1980 (dissertatie Utrecht). J.H. van de Bank, “Vergood, verguisd, vergeten: J.J. van Oosterzee”, in: Vier eeuwen theologie in Utrecht : bijdragen tot de geschiedenis van de theologische faculteit aan de Universiteit Utrecht. Zoetermeer, 2001, p. 185-197. |
Opmerkingen: | De brieven zijn bijeengeplaatst op de signaturen 9 A 7:3 en 9 B 5. De collectie bevat ook brieven aan zijn zoon Pieter Cornelis van Oosterzee (1848-1932) uit de periode 1871-1907 en een genealogie Van Oosterzee |
Groei: | afgesloten |
Overige informatie: | De collectie kwam gefaseerd binnen. Brieven van J.J. van Oosterzee bevinden zich ook in de universiteitsbibliotheken van Amsterdam (UvA) en Leiden en in het Literatuurmuseum in Den Haag.Op diverse plekken in het archief bevindt zich de notitie: nagezien, datum (bijv. 24/12/1949), C.M.v.O. Aangezien deze collectie meer een familiearchief is en dus stukken van verschillende familieleden bevat is het van belang om te vermelden dat een kleinzoon van J.J. van Oosterzee dezelfde voorletters heeft als zijn grootvader. |