Johanna Westerdijk en Frits Went (collectie Universiteitsmuseum Utrecht);  portret door  H.J.  Haverman uit 1921 ( collectie Universiteit Utrecht)

Friedrich August Ferdinand Christiaan Went (1863-1935)

Friedrich August Ferdinand Christiaan (Frits) Went werd geboren te Amsterdam op 18 juni 1863 en bezocht de HBS aldaar. Went begon zijn studie biologie in 1880, aan de Universiteit van Amsterdam. Al na 6 jaar promoveerde hij onder leiding van Hugo de Vries. Na zijn studie is Went korte tijd leraar geweest, eerst in Dordrecht, daarna aan het gymnasium in Den Haag, In 1891 werd hij directeur van het proefstation voor de suikerindustrie op West-Java, een baan die hem in staat stelde uitgebreid onderzoek te doen. In 1896 werd hij hoogleraar plantkunde in Utrecht. Van 1905-1906 was Went tevens rector magnificus In 1898 werd hij benoemd tot lid van de KNAW en tussen 1921 en 1931 was Went voorzitter van de afdeling natuurkunde van de Academie. In 1906 was hij directeur van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap. In 1923 werd  Went voorzitter van de regeringscommissie Went die onderzocht met welke maatregelen het toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek in hogere mate dienstbaar kon worden gemaakt aan het algemeen belang. Dit werk leidde tot de Wet-Went die de instelling van TNO inluidde. Went werd de eerste voorzitter van deze organisatie. In 1933 ging hij met emeritaat. In 1934 werd hem het bijzonder hoogleraarschap in de botanie aangeboden door de Universiteit van Leiden, maar ziekte weerhield hem ervan om college te geven.

Prof.dr. Went deed onderzoek op het gebied van de plantenfysiologie, enzymen en schimmels. Hij overleed te Wassenaar op 24 juli 1935.

Frits Went vervulde daarnaast allerlei verschillende maatschappelijke functies. Zo was hij sinds 1918 secretaris van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.

In 1899 deed Went een schenking aan de Universiteitsbibliotheek.