


Portret uit 1954 door Herman Mees (Collectie Universiteit Utrecht); handtekening; boekstempel
Henricus Jacobus Marie Weve (1888-1962)
Henricus Jacobus Marie (Hak) Weve werd geboren op 19 april 1888 te Nijmegen. Zij vader was zoon van een directeur van gemeentewerken in deze stad. Weve doorliep het Canisiuscollege in zijn geboorteplaats enstudeerde van 1906 tot 1912 geneeskunde te Amsterdam. Aanvankelijk was hij oogarts in Rotterdam. In 1929 werd hij benoemd tot hoogleraar in de oogheelkunde te Rotterdam.
Na voltooiing van zijn artsenstudie specialiseerde hij zich in de oogheelkunde onder leiding van prof. M. Straub. Een betrekkelijk korte studieperiode te Würzburg moest worden afgebroken in verband met het uitbreken van de eerste wereldoorlog. Gedurende de gehele oorlog was hij in militaire dienst als officier van gezondheid. In 1912 werd hij benoemd tot eerste geneesheer aan het Rotterdamse oogziekenhuis. Hier bewerkte hij o.a. een proefschrift over keratitis urica en andere vormen van jichtig ooglijden, waarmee hij in 1924 te Amsterdam de doctorsgraad verwierf. In zijn Rotterdamse periode die tot 1929 zou duren, verwierf Weve zich een grote oogheelkundige praktijk. Daarnaast deed hij wetenscahppelijk onderzoek naarvond hij echter de tijd voor wetenschappelijk werk over zeer verschillende onderwerpen.
In 1929 werd Weve geroepen de door het overlijden van prof. Snellen jr. vrijgekomen leerstoel in de oogheelkunde te Utrecht te bezetten, waarmee hij tevens directeur werd van het Nederlandsche gasthuis voor behoeftige en minvermogende ooglijders (later Koninklijk Nederlands gasthuis voor ooglijders). Het jaar 1929 is in de oogheelkunde van historische betekenis. Tijdens het internationale oogheelkundige congres, dat in dat jaar in Scheveningen werd gehouden, deelde de Zwitserse hoogleraar Jules Gonin mee dat hij een methode had ontwikkeld die het mogelijk maakte langs operatieve weg vele gevallen van netvliesloslating, tot dat tijdstip een ongeneeslijke ziekte, te genezen. Weve was een der eersten die het grote belang van deze ontdekking begrepen. Hij bracht in korte tijd vele verbeteringen aan in de operatietechniek. Weves grote gave als spreker en zijn charmante persoonlijkheid gaven aan zijn werk op dit gebied een grote bekendheid, ook buiten Nederland.
Mede doordat vele beroemde persoonlijkheden, onder wie zelfs vorstelijke personen en staatshoofden, zich aan de zorgen van Weve toevertrouwden, werd zijn naam ook bij het grote publiek zeer bekend en werd hij een nationale figuur. In later jaren ontwikkelde hij methoden voor de behandeling van kwaadaardige gezwellen in het inwendige van het oog. In september 1958 legde Weve wegens het bereiken van de zeventigjarige leeftijd zijn functie als hoogleraar neer. Hij bleef echter tot het einde van 1961 de particuliere praktijk in het gasthuis uitoefenen. In november 1958, dus zeer kort na zijn aftreden, vierde het gasthuis het honderdjarig bestaan. Tijdens de plechtigheid, waarabij koningin Juliana grote meedeeldedat dat aan deze instelling het predikaat koninklijk was toegekend. Een volledige opsomming van zijn onderscheidingen is onmogelijk. Hij was commandeur in de huisorde van Oranje, in de Orde van Oranje Nassau en in de Orde van de heilige Silvester. Hij was Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, lid van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, erelid van talloze oogheelkundige gezelschappen, lid van de International Council of ophthalmology, etc. Weve was rector magnificus van de Universieit Utrecht 1959-1960.
Professor Weve overleed te Utrecht op 3 januari 1962. zijn geloofsovertuiging heeft hem in in het laatst van zijn leven tot steun en toeverlaat is geweest
Prof. Weve schonk boeken aan het Ooglijdersgasthuis. Hij bezat een zeer fraaie collectie oude brillen, die hij ter gelegenheid van het lOO-jarig bestaan van het gasthuis aan deze instelling heeft geschonken.
Onderwerp: | oogheelkunde, oftalmologie |
Jaar uitgave: | 1888-1956 |
Omvang: | minstens 23 titels |
Documentsoort: | gedrukt werk: boeken, handschrift: 2 brieven aan Pierre Henri Ritter (1933) |
Ontsluiting: | ontsloten via WorldCat op provenance Weve, Henricus Jacobus Marie (1888-1962) |
Algemene literatuur: | “Henricus Jacobus Marie Weve”, in: Jaarboek der Rijksuniversiteit te Utrecht, 1928/29, p. 262. “Hoogleeraar-benoeming”, in: Utrechtsch Nieuwsblad, 5-2-1929. F.K. , “Prof. dr. H. J. M. Weve”, in: Annuarium der Roomsch-Katholieke studenten in Nederland, (1930), p. 171. A. Huguenot van der Linden, “Een groot Nederlander wordt vandaag 70 jaar: Professor gaf duizenden het gezichtsvermogen terug” in: “ De Telegraaf, 19-4-1958. C.D. de Langen, “Levensbericht van Henricus Jacobus Marie Weve (19 april 1888-3 januari 1962)” , inJ aarboek 1961-1962 KNAW, p. 316- 319. “In memoriam prof. dr. H. J. M. Weve”, in: Sol iustitiae : orgaan der Utrechtse universitaire gemeenschap 17 (1961/62), nr. 15 (19 jan.1 62), p. 2. J. ten Doesschate, “Jaarboek der Rijksuniversiteit te Utrecht, (1961/62), p. 13-19. K. Volkers, “Waar zit je tegenwoordig niet vlakbij een universiteit?’ : triple-oratie over de betrekkelijkheid van ligging, afstand en infrastructuur”, in: Utrechts Universiteitsblad, jg. 24 (1992/93), nr. 26 (4 maart 1993) 11. chrome-extension://efaidnbmnnnibpcajpcglclefindmkaj/https://dwc.knaw.nl/DL/levensberichten/PE00003821.pdf C.D. de Langen, “Levensbericht H.J.M. Weve“, in: Jaarboek, 1961-1962, Amsterdam, pp. 312-319. J. ten Doesschate. ” To the Memory of Hendricus Jacobus Marie Weve” in: Ophthalmology. Ophthalmologica (1962) 143 (1): 1–3. “Henricus Jacobus Marie Weve”, in: Jaarboek der Rijksuniversiteit te Utrecht, 1928/29, p. 262. F.K. , “Prof. dr. H. J. M. Weve”, in: Annuarium der Roomsch-Katholieke studenten in Nederland, (1930), p. 171. C.D. de Langen, “Levensbericht van Henricus Jacobus Marie Weve (19 april 1888-3 januari 1962)“, in: Jaarboek 1961-1962 KNAW, p. 316- 319. “In memoriam prof. dr. H. J. M. Weve”, in: Sol iustitiae : orgaan der Utrechtse universitaire gemeenschap 17 (1961/62), nr. 15 (19 jan.1 62), p. 2. J. ten Doesschate, “Jaarboek der Rijksuniversiteit te Utrecht, (1961/62), p. 13-19. K. Volkers, “Waar zit je tegenwoordig niet vlakbij een universiteit?’ : triple-oratie over de betrekkelijkheid van ligging, afstand en infrastructuur”, in: Utrechts Universiteitsblad, jg. 24 (1992/93), nr. 26 (4 maart 1993) 11. C.D. de Langen, “Levensbericht H.J.M. Weve“, in: Jaarboek KNAW, 1961-1962, Amsterdam, pp. 312-319. J. ten Doesschate, “Professor docotor H.JM. Weve overleden : een nationaal figuur”, in: Algemeen Dagblad, 5-1-1962. J. ten Doesschate, “To the Memory of Hendricus Jacobus Marie Weve“, in: Ophthalmologica, vol. 3. No. 1 January 1962. ” Weve” , in: BBO-International biography and bibliography of opthalmologists and visual, p. 447.
|
Opmerkingen: |
|
Groei: | afgesloten |
Overige informatie: | van Weve bestaat een CABR-dossier |