Theodorus Janssonius van Almeloveen (1657-1712)
Theodorus Janssonius van Almeloveen werd als zoon van een predikant geboren te Mijdrecht op 24 juli 1657. Van moederskant was hij familie van het geslacht Janssionius-van Waesberge, de bekende Amsterdamse drukkersfamilie. Van vaderskant stamde hij af van het deftig Utrechts regentengeslacht Van Almeloveen. In 1676, na zijn opleiding in de letteren en theologie, ging hij van start met een theologiestudie in Utrecht maar al twee jaren later, in 1678, verschoof hij zijn interesse naar de geneeskunde, waarin hij in 1681 promoveerde. Vervolgens hield hij een aantal jaren praktijk in Amsterdam en vanaf 1686 in Utrecht, maar na zijn huwelijk met de burgemeestersdochter Aletta van Immerzeel uit Gouda in 1687, vertrok hij in 1688 naar de stad van zijn bruid. Na twee jaar huwelijk, in 1689, stierf Aletta in het kraambed, en Van Almeloveen bleef achter als weduwnaar. Ten koste van zijn gezondheid begroef hij zichzelf in zijn werk en studie. Tussen 1687 en 1697 zette Van Almeloveen alles op alles om een leerstoel in de medicijnen te bemachtigen aan een Nederlandse universiteit. Daartoe onderhield hij een uitgebreid netwerk van relaties en publiceerde hij overvloedig. In april 1697 droegen zijn inspanningen vrucht en kreeg Van Almeloveen een benoeming als hoogleraar in de letteren aan de universiteit van Harderwijk. In 1702 volgde een aanstelling voor de prestigieuzere leerstoel in de geneeskunde aan dezelfde universiteit. Hij bezette beide leerstoelen tot aan zijn dood in 1712. Daarnaast was Van Almeloveen driemaal rector magnificus en stadsarts van Harderwijk. Hij overleed te Amsterdam in juli 1712 en werd in Utrecht begraven op 28 juli in de Jacobikerk.
Van hem zijn circa 3000 brieven bewaard gebleven.
De collectie omvat 2320 brieven (grotendeels minuten) onder meer van en aan Johannes van Almeloveen (1618-1678), Gisbertus Cuperus (1644-1716) en Anthonius van Dale. Verder oraties, gedichten en andere stukken. Nederlandse geleerdengeschiedenis ± 1675-1712.
De collectie Van Almeloveen is waarschijnlijk terecht gekomen in de Universiteitsbibliotheek via de nalatenschap van een erfgenaam van Hendrik van Sypestein (1661-1742), Van Almeloveens vriend, aan wie alle persoonlijke geschriften waren nagelaten.
Zijn bibliotheek (3000 banden)werd op de veiling van 25 april 1713 in Amsterdam verkocht onder de naam Bibliotheca Almeloveenia.
Onderwerp: | Nederlandse geleerdengeschiedenis |
Jaar uitgave: | ca. 1618-1712 |
Omvang: | 3 meter |
Documentsoort: | handschrift: brieven, oraties, gedichten etc. |
Ontsluiting: | getypte inventaris Saskia Stegeman, Patronage and services in the Republic of Letters : the network of Theodorus Janssonius van Almeloveen (1657-1712). ( 33. Amsterdam, Apa-Holland Universiteits Pers, 2005. [bevat complete inventaris van alle brieven van Van Almeloveen]. Aron Ouwerkerk, The Correspondence of Elisabeth Hoofman-Koolaart, in: ((W)EMLO, (Women’s) Early Modern Letters Online) [Latijnse briefwisseling tussen Elisabeth Hoofman-Koolaaart (1664-1736 met Van Almeloveen] |
Algemene literatuur: |
P. P. [Pierre Pesch], “Collectie Prof. T. J. van Alemoloveen, in: Handschriften en oude drukken van de Utrechtse Universiteitsbibliotheek. Utrecht, 1984, 298-300. Boekcultuur in de Lage Landen 1500-1800. Utrecht, 1993, nr. 107. Hermanus Bouman, Geschiedenis van de voormalige Geldersche Hoogeschool, II, Utrecht, 1847, p. 35-45. J.A. Wijnne en Lucie Miedema (red.), Resolutiën van de. vroedschap van Utrecht betreffende de Academie. Utrecht, Kemink, 1900, p.183-184. G.A. Lindeboom, Dutch medical biography. A biographical dictionary of Dutch physicians and surgeons 1475-1975, 1681-1682. Amsterdam, Rodopi, 1984, kolom 20-22. B. de Graaf, ” Theodorus Janssonius ab Almeloveen (1657-1712); life writings, bibliographical activities”, in: Theatrum orbis librorum : liber amicorum presented to Nico Israel on the occasion of his seventieth birthday. Utrecht, 1989, p. 179-192. Saskia Stegeman, Patronage en dienstverlening: het netwerk van Theodorus Janssonius van Almeloveen (1657-1712) in de Republiek der Letteren. Nijmegen, 1997. [Bevat een inventaris van de correspondentie van Van Almeloveen] Saskia Stegeman, Geleerde vrouwen als verzamelobject : de voorgenomen uitgave over geleerde vrouwen van Theodorus Janssonius van Almeloveen (1657-1712), in: De zeventiende eeuw 13 (1997) 447-457. Saskia Stegeman, “Theodorus Janssonius van Almeloveen, 1657-1712, arts, filoloog, oudheidkundige“, in: Biografisch woordenboek Gelderland: bekende en onbekende mannen en vrouwen uit de Gelderse geschiedenis 1 (1998) 11-12. |
Opmerkingen: | De collectie brieven is bijeengeplaatst op de signaturen HS 995-998 en HS 1058. Theodorus Janssonius van Almeloveen heeft ook een collectie gedrukte edities van de Institutio oratoria van Marcus Fabius Quintilianus aan de Universiteitsbibliotheek Utrecht nagelaten. Zie hiervoor het lemma “Collectie Quintilianus“. |
Groei: | afgesloten |
Overige informatie: | jaar verwerving: nader te bepalen |