anonieme gravure uit 1645; folio 1 van UBU Hs. 1444

Christiaan Rau (1613-1677)

De oriëntalist en boekhandelaar Christiaan Rau (verlatiniseerd Christanus Ravius of Ravis) werd geboren op 25 januari 1613 in Berlijn. Hij studeerde vanaf 1630 orientaalse talen aan de universiteit van Wittenberg. In 1637 studeerde hij Arabisch in Leiden onder Jacobus Golius. Uit een brief van Ludovicus de Dieu aan Isaac Vossius, gedateerd 21 januari 1642, blijkt dat hij in het Oosten gereisd heeft, zeer ervaren was in het Persisch en het Turks en vele handschriften uit het Oosten had meegebracht.

In 1643 kwam hij naar Utrecht. Rau schonk dat jaar vier manuscripten aan de Hoogeschool van Utrecht ‘in de Arabische, Turckse, Persise en Islantse talen’, die hij in 1640 in Constantinopel had verkregen. In ruil hiervoor kreeg hij toestemming om een jaar aan de Hoogeschool te doceren, wel zonder salaris. In 1644 hield hij een Oratio de scribendo Lexico Arabico. Nog in dit zelfde jaar vertrok hij uit Utrecht. Later ontmoeten wij hem te Stockholm bij Koningin Christina, te Uppsala, en vervolgens onderwees hij in 1669 en 1670 de oosterse talen te Kiel. In 1672 werd hij hoogleraar oosterse talen aan de universiteit van Frankfurt an der Oder, waar hij op 21 juni 1677 overleed.

De Utrechtse Universiteitsbibliotheek beschikt nu over 15 manuscripten die ooit aan Rau hebben toebehoord. Twee hiervan zijn niet rechtstreeks, maar via Gerbrandus Ansloo in de collectie terechtgekomen. Drie handschriften zijn niet in een oosterse taal geschreven; onder deze laatste bevindt zich een van de belangrijkste handschriften van de Edda, dat bij de in 1643 door Rau aan de bibliotheek geschonken manuscripten behoort.