Naast het Frans wordt door minderheden Bretons (Bretagne) gesproken, Occitaans (het zuiden), Nice), Corsicaans (op Corsica).
Het Oudfrans is het Frans zoals dat in het noorden van Frankrijk gesproken werd van de 9e tot de 14e eeuw. Het heeft zich via het Middelfrans ontwikkeld tot het Nieuwfrans, dat door keizer Napoleon Bonaparte tot standaardtaal werd verheven voor internationale betrekkingen, wetgeving, bestuur, rechtspraak en postbezorging in de gebieden waar hij heerste, daaronder de Lage Landen. In wat nu Frankrijk is drong het Nieuwfrans door in literatuur en media. Het Oudfrans is samen met enkele nauw verwante talen zoals het Waals en Picardisch rechtstreeks voortgekomen uit de langues d’oïl.
In 1918 werd het aan P. Valkhoff toegestaan aan de Rijksuniversiteit als privaat-docent enige lessen Franse Letterkunde te verzorgen en in 1924 kreeg de Vereniging tot bevordering van de studie van het Frans een bijzondere leerstoel Franse Letterkunde te vestigen. Deze werd tot 1953 achtereenvolgens bezet door H. Brugmans, E.C. van Bellen en de bekende romanist K. Sneyders de Vogel.
Pas in 1954 werd met de benoeming van mevr. B. Wind tot gewoon hoogleraar in de Franse Taalkunde, later uitgebreid met de Franse letterkunde van de Middeleeuwen, het voorbeeld van de andere Nederlandse universiteiten gevolgd.
In tegenwoordigheid van de ambassadeur van Frankrijk en de cultureel attaché werd op 14 maart 1955 het Instituut voor Franse tslen geopend. De ambassadeur bood een geschenk boeken aan. In 1968 volgde een schenking van 50 boeken.
Bij Frans werden de diverse onderzoeks- en onderwijstaken gegroepeerd in afdelingen, waardoor een adequate specialisatie van de stafleden mogelijk werd. De afdeling Occitaanse Taal- en Letterkunde bestudeert de taal, cultuur en letterkunde van het zuiden van Frankrijk in de middeleeuwen. In 1963 werd de naam van het instituut gewijzigd in Frans en Occitaans Instituut.
.e moderne gedrukte boeken van de collectie Frans in de Binnenstadsbibliotheek zijn verdeeld in een algemene rubriek met woordenboeken en naslagwerken, een rubriek met Franse taalkunde en een rubriek met Franse letterkunde. In deze laatste rubriek is het materiaal grotendeels chronologisch ingedeeld.
IN BEWERKING
Onderwerp: | Franse taal- en letterkunde, Occitaanse taal- en letterkunde
|
Jaar uitgave: | nader te bepalen |
Omvang: | nader te bepalen |
Documentsoort: | gedrukt werk |
Ontsluiting: | M.A. Rombach, Lijst van proefschriften over Fransche taal en letterkunde. Deel 1. Utrecht, 1928. idem. Deel 2. Utrecht 1928-q929. idem deel 3-4 |
Algemene literatuur: | Johannes Bernardus Tielrooy. Fransche litteratuur in onze dagen : studies en karakteristieken. Leiden, Sijthoff,, 1928-1936. – Dl. 1, p. 150-158. “Fransche boeken in Universiteitsbibliotheek” in:Utrechtsch Nieuwsblad, 16 maart 1938. A. Hulshof, Le livre français à la bibliothèque de l’Université d’Utrecht: discours prononcé le 16 mars 1938 à l’occasion de l’inauguration de l’Exposition du livre français à la bibliothèque de l’Université d’Utrecht. Utrecht (Hollande), Société d’éditions A. Oosthoek s.a., 1938. “Het schoone Fransche boek“, in: Utrechtsch Nieuwsblad, 17 maart 1939. P. Valkhoff, “Het Franse boek in de Utrechtse Universiteitsbibliotheek”, in: Opstellen bij zijn afscheid van de bibliotheek der Rijksuniversiteit te Utrecht op 31 Mei 1940 aangeboden aan G.A. Evers. Utrecht, Oosthoek, 1940, p. [278]-281. Paul van Capelleveen, “‘Franse boeken moest je zelf opensnijden’: verzamelaars van Franse literatuur in Nederland”, in: Literaire bruggenbouwers tussen Nederland en Frankrijk : receptie, vertaling en cultuuroverdracht sinds de middeleeuwen. Onder redactie van Maaike Koffeman, Alicia Montoya en Marc Smeets. Amsterdam, 2017, p. 117-142. Bibliothèque Française d’Utrecht Collectie Frantzen (Provençaalse uitgaven) Houwens Post (o.a. André Gide) Collectie Van Heeswijk (detectives van San-Antonio (pseudoniem van Frédéric Dard)) verwante collecties: Collectie Lyonse Drukken
|
Opmerkingen: | |
Groei: | ja |
Overige informatie: |