fotograaf onbekend (Collectie Achterhoeks Museum)
Geerto Snijder (1896-1992)
Geerto Aeilko Sebo Snijder werd op 25 juni 1896 in Winterswijk geboren. Na het doorlopen van het Utrechts Stedelijk Gymnasium studeerde hij Klassieke Talen aan de Rijks-Universiteit te Utrecht (datum inschrijving: 22 september 1914). In 1920 promoveerde hij daar op een proefschrift getiteld: De forma matris cum infante sedentis apud antiquos. In 1926 werd hij benoemd tot privaatdocent aan de Universiteit van Amsterdam en twee jaar later tot buitengewoon hoogleraar in de klassieke archeologie en kunstgeschiedenis. Hij was de drijvende kracht bij de totstandkoming van het Allard Pierson Museum, opgericht in 1934. Zijn pro-Duitse houding bracht hem ertoe om in de Tweede Wereldoorlog voorzitter van de Cultuurkring te worden en daarna ook lid van de SS en de NSB. Na de oorlog werd hij veroordeeld en zat hij tot 1953 in de gevangenis. Bij zijn vrijlating vertrok hij met zijn gezin naar Duitsland, waar hij nog een tiental boeken publiceerde. Hij overleed in Duitsland op 6 oktober 1992.
| Onderwerp: | Griekse en Romeinse kunst, enkele stukken betreffende middeleeuwse en 17de-eeuwse kunst |
| Jaar uitgave: | 1921-1926 |
| Omvang: | 1 archiefdoos |
| Documentsoort: | handschrift, typoscript, collegevoorbereidingen, boekexcerpten, manuscripten, afbeeldingen, overdrukken, lijsten met beschrijvingen van diapositieven, voordrachten (geen correspondentie) |
| Ontsluiting: | |
| Algemene literatuur: | Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren Wikipedia: Nederlandsche Kultuurraad Oorlogsdocumentatie ’40-’45 : jaarboek van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie 5 (1994) 119-142. |
| Opmerkingen: | |
| Groei: | afgesloten |
| Overige informatie: | geschonken in 1993 door C. Koppies, die een en ander had verkregen uit de nalatenschap van de schilder Frederik Wilhelm Sinnecker (1887-1962), de tweede echtgenoot van zijn grootmoeder. |